Strijken

Strijken, hoe doe ik het juist?

  • Lees het behandelingsetiket om te kijken hoe heet het linnengoed/de kleding -gestreken kan worden; op het strijkijzer staan bij de temperatuurverdeling corresponderende symbolen.
  • Strijk dubbele delen als manchet en kraag, strijk mouwkoppen en bovenzijde van het rugpand.
  • Strijk hangende delen, bijvoorbeeld mouwen.
  • Strijk de rest.
  • Vouw de gestreken was eventueel op en ruim op.

Werktechniek

Strijk met een vochtige persdoek een plooi in nette broeken. Strijk donkere stoffen binnenstebuiten of met een doek tussen stof en strijkijzer. Mouwen kunnen makkelijk zonder vouw gestreken worden op een mouwplankje. Bevochtig katoenen stoffen eventueel met de plantenspuit of werk met een stoomstrijkijzer. Vul een stoomstrijkijzer nooit met leidingwater maar met gedestilleerd water tenzij een ontkalker in het apparaat aanwezig is.

Arbo-tips

Werktactiek:

  • Zet alle benodigdheden bij het strijken binnen handbereik.
  • Strijk niet meer dan noodzakelijk.
  • Stel de strijkplank in op de juiste werkhoogte: ongeveer 25 cm onder ellebooghoogte.
  • Strijk max. een (half) uur aaneengesloten, wissel strijken af met opruimen.
  • Strijk op een plaats waar ‘met een steuntje’ gewerkt kan worden.

Werktechniek:

  • Zet voeten in stabiele stand: spreid-schredestand.
  • Gebruik een steuntje onder de billen (stasteun).
  • Werk recht voor het lichaam, stel u steeds op in de richting van het werk.
  • Duw niet op het strijkijzer (kracht beperken).
  • Maak rustige bewegingen (tempo beperken).
  • Houd de polsen in de middenstand door de strijkplank op de juiste in te stellen en geen draaibewegingen te maken.
  • Hou de schouders ontspannen en de elleboog dicht bij de romp door de strijkplank op de juiste hoogte in te stellen.
  • Knijp niet in de handgreep van het strijkijzer, maar hou het strijkijzer losjes vast.

Foto’s strijken