Thema
Zwangerschap en arbeid

Werkdruk en zwangerschap

Algemeen

Werkstress heeft nadelige gevolgen voor de zwangerschap, het ongeboren kind en de borstvoeding. Ook leidt stress tot zwangerschap gerelateerd verzuim en een latere werkhervatting na de bevalling. Stress wordt veroorzaakt door psychosociale arbeidsbelasting (PSA), werkdruk is daarvan een onderdeel.

De balans tussen werkdruk en belastbaarheid kan in de zwangerschap snel veranderen.

Een goede bescherming in de zwangerschap en periode van borstvoeding start met goede beheersing van de arbeidsomstandigheden en een veilige en gezonde werkomgeving voor alle medewerkers.

Voor zwangere medewerksters die te maken hebben met werkdruk is het daarom van belang de ‘vinger aan de pols te houden’. Het bewust monitoren kan voorkomen dat de balans verstoord raakt.

Voor zwangere werkneemsters en werkneemsters die borstvoeding geven, kunnen aanvullende maatregelen nodig zijn om een veilige en gezonde werkomgeving te creëren. De aanvullende maatregelen moeten genomen worden volgens de voorschriften van artikel 1.42 van het Arbobesluit. Deze voorschriften worden in deze handreiking samengevat als het RAAK-principe. Deze term is afgeleid van de vier stappen uit artikel 1.42:

  1. R: Risico’s wegnemen binnen de eigen functie en de eigen werkplek.
  2. A: Aanpassing van het werk en/of aanpassing van de werken rusttijden.
  3. A: Ander werk.
  4. K: Keerpunt in de benadering, namelijk het vrijstellen van het verrichten van arbeid.

Als de eerste maatregel door de werkgever redelijkerwijs niet te realiseren is, zal hij de tweede moeten nemen. Is de tweede maatregel ook niet te realiseren dan neemt hij de derde en in het uiterste geval de vierde maatregel.